Najaarsonderhoud van uw tuin

Rond november; de periode om je tuin winterklaar te maken. Je tuin winterklaar maken is geen verplichting, maar het scheelt in het voorjaar een hoop werk en je hebt dan een uitbundiger bloei van je planten. Hieronder een handleiding voor het najaarsonderhoud van je tuin, zodat je tuin en haar planten goed de winter doorkomen.

ALGEMEEN NAJAARSONDERHOUD:

Bemesting:
In de regel geldt dat je na oktober geen bemesting meer aanbrengt. Echter het aanbrengen van kalk en magnesium zorgt voor het op peil houden van de zuurgraad van de bodem. Hierdoor wordt de opname van voedingsstoffen beter en behouden de planten een sterkere conditie. Een juiste zuurgraad voorkomt bovendien mosvorming. De magnesium helpt de kleur van uw gazon ook in de winter beter op peil te blijven.

Struiken snoeien:
Een aantal struiksoorten moeten juist nu gesnoeid worden. Doe je dit in het voorjaar, dan is de kans groot dat ze dood “bloeden”. Fruitbomen, klimop, groenblijvende hagen zoals coniferen en de meeste bladverliezende hagen kunnen nu ook gesnoeid worden. Let alleen wel op dat je geen struiken snoeit die op eenjarig hout bloeien. Als je deze namelijk wel snoeit, dan bloeien ze in het voorjaar niet.

NAJAARSONDERHOUD BEPLANTING:

De herfst is, zolang het nog geen vorst is, een uitstekende periode om nog wat nieuwe vaste planten in de grond te zetten. De bodem is nog warm van de zomer en de temperatuur is ook nog prima. De planten zullen voor de winter al geworteld zijn en zullen ook meteen in het voorjaar uitlopen of gaan bloeien.

  • BEUKENHAAG/HAAGBEUK
    Snoei uw beukenhaag niet meer vanaf september. (Bij)planten van jonge beuken doet u bij voorkeur in de herfst/winter, bij open weer. De beukenhaag (rood of groen) houdt niet van te natte of zware grond. Dit in tegenstelling tot de haagbeuk die het op zowat elke grond goed doet. U herkent de haagbeuk aan een geribbelde bladstructuur; de groene of rode beukenhaag heeft een gladde bladstructuur. meer informatie >>
     
  • BLOEMBOLLEN
    Tijdens het najaarsonderhoud in uw tuin plant u de voorjaarsbloeiers; narcissen, tulpen, krokus etc. Plant de meer gevoelige bollen zoals gladiool en dahlia tijdens het voorjaarsonderhoud, na de vorst-periode. Reeds geplante niet vorst-bestendige bloembollen als de begonia, canna en dahlia moeten nu uit de grond gehaald worden; haal ze uit de grond en schud de aarde er goed van af. Leg ze te drogen op een beschutte plaats. Als de bollen droog zijn, kun je ze bewaren in een oude krant op een vorstvrije plek.
  • BUXUS
    De laatste snoei van uw buxus vindt plaats in september/oktober. Van de afgeschoren buxus-takjes kunt u eventueel stek nemen. Geef de buxus in november uitsluitend nog wat kalk en magnesium; buxus houdt van kalk. Als ze witte of gele bladranden krijgt, zit er te weinig kalk in de grond!
  • DRUIF
    De snoei vindt plaats rond de jaarwisseling of begin januari, maar nóóit terwijl het vriest. Wacht dus even met snoeien tot een moment waarop het een aantal dagen niet zal vriezen! Kies een paar dikke takken uit welke goed gepositioneerd zitten om over bijvoorbeeld de pergola te geleiden zoals u het in gedachten had en snoei de overbodige takken weg op maximaal 2 of 3 ogen/knopen van de stam. meer informatie >>
  • GLANSMISPEL/RED ROBIN
    De glansmispel of ‘red robin’ is een onderhoudsarme en wintergroene heester. Ze heeft echter wel wat beschutting nodig tegen wind en met name strenge vorst. Om haar te verjongen kun je tijdens het voorjaarsonderhoud de glansmispel terugsnoeien tot het oude hout. 
     
  • GRAS
    De winter is een zware beproeving voor uw gazon. Het regelmatig onderhoud tijdens het seizoen wordt dan beloond! Bemest uw gazon niet meer na oktober. Wel dient u het gazon vrij te maken van maaigoed en blad. Hiermee voorkomt u rotting door hoge vochtigheid. Verticuteren doet u bij voorkeur in de herfst, zodat uw gras schoon de winter in gaat (in het voorjaar kunt u dit evt nog een keer herhalen). Door te verticuteren bestrijdt u tevens de mossen in uw gras. Eventueel kunt u nog wat ijzersulfaat of kalk strooien. Het is altijd goed om de grond te beluchten met een mestvork, tot 20 cm diep.
     
  • HAAGBEUK/BEUKENHAAG
    Snoei uw beukenhaag niet meer vanaf september. (Bij)planten van jonge beuken doet u bij voorkeur in de herfst/winter, bij open weer. De beukenhaag (rood of groen) houdt niet van te natte of zware grond. Dit in tegenstelling tot de haagbeuk die het op zowat elke grond goed doet. U herkent de haagbeuk aan een geribbelde bladstructuur; de goene of rode beukenhaag heeft een gladde bladstructuur.
     
  • HORTENSIA
    Wie in de bloemsierkunst thuis is weet dat in oktober de tijd gekomen is om hortensia’s te verzamelen en te drogen. De bloemen kunnen geknipt worden wanneer ze papierachtig aanvoelen en bij het wrijven gaan knisperen. De uitgebloeide stengels kunnen worden weggesneden, maar beter is om daarmee te wachten tot het voorjaar. De planten krijgen zo gedurende de winter wat vorst-bescherming van de bovengronds afgestorven plantendelen.
     
  • JASMIJN (toscaanse)
    In de nazomer mag de jasmijn eventueel nog een handje najaarsmest hebben, om hem te laten afharden richting de winter. Verder heeft de jasmijn geen najaarsonderhoud nodig.
     
  • KAMPERFOELIE
    De kamperfoelie snoeit u tot laat in de zomer, maar niet meer in de herfst. Kamperfoelie houdt van een regelmatige onderhoudsbeurt maar let erop dat u de kamperfoelie niet terugsnoeit tot op het hoofdgestel, maar tot de hoofdtakken. 
     
  • KUIPPLANTEN
    Als de winter aanbreekt is het buiten met de meeste kuipplanten gedaan. Subtropische soorten moeten naar binnen en de winterhard of semi-winterharde kunnen met wat hulp nog een bijdrage leveren aan het aangezicht van uw tuin tijdens de winter. Oleander, abutilon, fuchsia en bougainville haalt u voor de zekerheid in oktober naar binnen. Een luchtige en niet te donkere plek tussen de 5 en 10 graden is ideaal. Heeft u een kas waarin u ze kunt laten overwinteren? Daar worden ze blij van!
    Niet vorst-bestendige potten en bakken moeten naar binnen gehaald worden. In het vroege voorjaar kunnen de potten en planten weer de tuin in. Maak de potten goed schoon voordat ze naar binnen gaan en controleer de planten op slakken en andere beestjes. Geef de planten matig water als ze binnen staan.

    Buxus, dwergconiferen en rozen zijn ook in de pot winterhard. In geval van langdurige strenge vorst zet u ze dicht bij elkaar en pak de potten in. Bedek de voet van uw klim- of struikrozen met boomschors of turf. Bind eventueel wat stro of een lap om de steel t.h.v. de entplek.
  • LAMPENPOETSERSGRAS
    Lampenpoetsersgras vraagt nauwelijks najaarsonderhoud. De meest voorkomende soort is de “pennisetum alopecuroide”; deze is winterhard. De pennisetum alopecuroides ‘little bunny’ (een dwergvorm) die u best in potten houdt zodat je ze ‘s winter’s naar binnen kunt halen. Hetzelfde geldt voor de pennisetum setaceum ‘Rubrum’; deze zijn niet of minder winterhard en komen derhalve niet altijd evengoed de winter door. 
     
  • LAVENDEL
    Lavendel houdt van kalk, dus u mag tot diep in de nazomer/begin herfst wat kalk geven De lavendel snoeit u beslist NIET in het najaar. Knip direct na de bloei alléén de verdorde bloemstengels af. Een lavendel van zeven jaar oud kunt u beter vervangen. Lavendel laat zich echter vanaf half augustus gemakkelijk stekken, dus begin daarmee bijvoorbeeld wanneer de plant vier jaar oud is.
     
  • MAAGDENPALM (klein)
    Tot half oktober kunt u maagdenpalm aanplanten of bijplanten. Maagdenpalm vergt geen najaarsonderhoud.
     
  • PHLOXEN
    Lage phlox: Knip na de bloei de uitgebloeide bloemstengels ongeveer 30% terug voor een blijvende, dichte begroeiing. Kruipende scheuten aan de randen kunt u verder terugsnoeien. 
    Hoge Phlox: Tot in de herfst kunnen de verwelkte bloemaren tot op de grond worden afgeknipt.
  • RED ROBIN/GLANSMISPEL
    De red robin of ‘glansmispel’ is een onderhoudsarme en wintergroene heester. Ze heeft echter wel wat beschutting nodig tegen wind en met name strenge vorst. Om haar te verjongen kun je tijdens het voorjaarsonderhoud de glansmispel terugsnoeien tot het oude hout.
     
  • RIDDERSPOOR
    Als de Delphium uitgebloeid is, kunt u tot in de late herfst de bloemstengels tot aan de basis wegknippen. 
     
  • RHODONDENDRON
    Knip de over de grond slepende takken terug. Als de takken in de winter bedekt liggen met bladeren, gaan ze zelf wortels aanmaken en verwildert de struik. In augustus begint de rhodondendron met het maken van knoppen voor het volgende jaar. Knip je ze weg, dan krijg je een vollere struik, maar zal je ze niet bloeien. Bij een pas geplante rhodondendron is het verstandig na planten direct alle knoppen eenmalig te verwijderen.
  • ROZEN
    In het najaar snoeit u de struiken terug tussen kniehoogte en heuphoogte. Voor een definitieve snoei van grootbloemige en trosrozen wordt meestal gewacht tot na de winter.
    Klimrozen snoeit u anders; De takjes die de bloemen gedragen hebben, snoeit u terug tot 3-5 cm vanaf de leider. Een klimroos groeit beter wanneer de leiders horizontaal worden aangebonden. Omhoog leiden doet u liever niet recht omhoog maar schuin of slingerend om een paal.
    Op het afgevallen blad zitten vaak schimmelsporen van roest of sterreroet. Verwijder het om te voorkomen dat hierdoor in de lente het jonge blad direct wordt besmet. Zorg er daarom ook voor dat er geen blad aan de struik blijft hangen; verwijder het desnoods met de hand. Klimrozen en stamrozen kunnen nu gesnoeid worden.
     
  • VARENS
    De onderhoudsvriendelijke varen heeft geen najaarsonderhoud nodig. dit geldt voor alle veel voorkomende winterharde varensoorten die we in Nederland veel buiten zien zoals de koningsvaren, eikvaren, de veel voorkomende wijfjesvaren en mannetjesvaren.
     
  • VERBENA (IJZERHARD)
    De verbena of ijzerhard wordt vaak eenjarig gekweekt maar kan onze winters wel degelijk overleven: Wel heeft ze winterbescherming nodig. U kunt de bestaande planten afdekken of vorstvrij laten overwinteren wanneer in pot.
     
  • VLINDERSTRUIK
    Planten als vlinderstruik en kaasjeskruid zijn planten met een gering wortelgestel. Doordat de hoogte van de planten waaien ze tijdens de winter gemakkelijk los, waardoor ze afsterven. Alhoewel ze in het voorjaar de drastische snoei krijgen, kunt u ze nu al voor een derde tot de helft terugsnoeien, waardoor de kans op loswaaien wordt verkleind.
     
  • VROUWENMANTEL
    Verwijder direct na de eerste bloei al de oude bloemen. U krijgt er dan een tweede bloei achteraan in september. Door dan opnieuw de bloemen te verwijderen, voorkomt u dat de alchemilla molis zich massaal gaat uitzaaien. Als u ze laat zitten, hebt u het voorjaar erop veel te wieden.