De druif is een besvrucht uit de wijnstokfamilie (Vitaceae) en klimplant die voor verschillende doeleinden geteelt/verbouwd wordt. Zo worden ze geteeld als fruit voor consumptie of het maken van wijn of druivensap, maar ook voor de productie van rozijnen of  druivenpitolie. Natuurlijk kunt u ook alleen ter decoratie een of meerdere druivenranken in uw tuin plaatsen, maar het leukst is het toch wanneer u er ook de vruchten van kunt plukken?

Kies dus een druivenras dat past bij het gebruik dat u wenst. Alle soorten druiven kunnen overigens gebruikt worden om rozijnen te maken (meer informatie over druivenrassen vindt u hier). Wist u dat boer Gerhard (uit Boer zoekt vrouw) al jaren succesvol kwaliteitswijnen maakt van zijn in de Achterhoek geteelde druiven?

DRUIVENRANK SNOEIEN

Na het aanplanten vindt de eerste snoei plaats rond de eerstvolgende jaarwisseling, maar nóóit terwijl het vriest. Wacht dus even met snoeien tot een moment waarop het een aantal dagen niet zal vriezen! Kies een paar dikke takken uit welke goed gepositioneerd zitten om over bijvoorbeeld de pergola te geleiden zoals u het in gedachten had en snoei de overbodige takken weg op maximaal 2 of 3 ogen/knopen van de stam.

OOGSTVERBETERING DOOR KRENTEN

Een van de belangrijkste bewerkingen om mooie, volle trossen te ontwikkelen, is het zogenaamde “krenten” van de druiven. Dit doet u door al vroeg op ontwikkeling te selecteren in de trossen door te kijken naar standplaats en omvang. De behandeling bestaat erin alle overtollige druiven uit de tros weg te knippen met een scherpgepunt schaartje, waarmee men de niet bevruchte en de slecht geplaatste druifjes verwijdert. Doet men dit niet, dan krijgt u vruchten die te klein blijven en onregelmatig kleuren. Het krenten gebeurt voornamelijk in de maand juli en wordt ook wel de groene oogst genoemd. Het is van het grootste belang dat de druiven gelijkmatig, en gelijktijdig afrijpen, zodat de pluk in één keer kan gebeuren.

DRUIF BEKALKEN EN BEMESTEN

Uw druif mag best wat kalk hebben omdat ze een relatief grote kalkbehoefte heeft. De ideale zuurgraad van de grond is voor de druif 6,5-7. Wanneer u deze waarden zonder onderhoudsbekalking niet realiseert, bekalk uw druif dan in het voorjaar.

Uw druif heeft ook behoorlijk wat voeding nodig. Tijdens de groeiperiode van maart tot september kunt u daartoe bemesten met een samengestelde organische meststof die geleidelijk vrijgeeft. Wanneer uw meststof geen extra magnesium bevat, zou u dit kunnen overwegen wanneer u vindt dat de bladeren te vroeg rood kleuren. Het spreekt voor zich dat bemesting ook de gevoeligheid van de plant voor ziekten etc. vermindert.

OOGSTEN

De oogstmaand van uw druif hangt af van het ras dat u heeft geplant.
Aan de ene kant wilt u niet te vroeg oogsten waardoor sommige druiven kleiner blijven en minder groot en zoet worden. Aan de andere kant wilt u ook niet dat uw druiven openbarsten, of dat vogels of wespen zich aan uw fraaie oogst te goed doen.

Na een goede en zonnige zomer, zijn de druiven vanzelfsprekend eerder rijp. Zeker als u ze een standplaats gegeven heeft die de hele dag zon krijgt. In de kas zullen de druiven het eerst rijp zijn.
Eigenlijk bent u er zo achter of u kunt oogsten: De beste manier om te ontdekken of uw druiven rijp zijn, is immers door ze te proeven! Pluk een druif uit een tros en was hem (zeker als u bestrijdingsmiddelen gebruikt heeft).

In het algemeen mag u uitgaan van de volgende pluk-perioden:

Meer beplantingsadvies uit de Achterhoek nodig? Neem contact op met ons!