De Portugese laurier (Prunus lusitanica) komt oorspronkelijk uit Portugal en Spanje. Daaraan ontleent hij ook zijn naam. Er zijn van deze soort drie plantvarianten mogelijk, als struik, als plant op stam, of als haag. De Portugese laurier is een prachtige groenblijvende dichte (haag)plant uit de laurierfamilie. Het is een mooie plant met donkergroene slanke puntige bladeren. 

De plant blijft in de winter groen en de takken zijn roodachtig. De plant kan zonder snoeien zo’n drie tot vier meter hoog worden. In het voorjaar bloeit de Portugese laurier met geurende witte bloemen en in het najaar verschijnen er niet eetbare bessen. De bessen verkleuren vaak van rood naar zwart. Vanwege zijn geurende bloemen en latere bessen is deze tuinplant enorm geliefd bij vlinders, bijen en vogels.

AANPLANTEN & BEMESTING

Houd als plantafstand voor de Portugese laurier haag ongeveer 3 planten per strekkende meter aan. De plant groeit eigenlijk goed in elke grondsoort en op iedere standplaats, maar houdt van de zon. Wel moet de plant direct na het planten goed verzorgd worden. De Prunus lusitanica zal dankbaar zijn voor een plaats uit de scherpe wind. De plant staat graag in goed waterdoorlatende grond en wil geen natte voeten. Daarentegen is te droog ook niet goed en bij warm weer moet de plant voldoende water krijgen. Bemest de plant in het voor en het najaar, vooral bij de haagvorm is dit noodzakelijk. Hij heeft niet graag kalkrijke voeding.

SNOEIEN VAN DE PORTUGESE LAURIER

Uitstekende scheuten en lelijke takken kunnen in maart verwijderd worden. Het snoeien van de Portugese Laurier in maart, betekent dat de haag of de struik op stam niet zal bloeien. Wil je de bloemen behouden, snoei dan pas eind juni nadat de bloei voorbij is.

ZIEKTEN & PLAGEN

Helaas is de Portugese laurier vrij vatbaar voor allerlei ziektes. Daarom is het belangrijk om allereerst bij de aankoop op te letten dat de plant er gezond uit ziet. Verder kunnen problemen en ziekten voorkomen worden door de plant goed te verzorgen. De prunus lusiticana is gevoelig voor bladluis, schild- en dopluis, laurierroetmijt, laurierroetvlo, laurierbladroller en de bladvlekkenziekte. Als de plant ziek is kun je dit herkennen aan de bladeren die zich vervormen en verkleuren.